Ik loop door de kleine steegjes die rondom de Bouddhanath-stoepa liggen. Ze noemen het hier ook wel ‘klein Tibet’. In de wijk achter de grote stoepa liggen verschillende Tibetaanse kloosters. Zo ook het Shechen-klooster, dat onderdak biedt aan 450 monniken.  De rode loper is uitgelegd, met daarop, in het wit, de acht gelukssymbolen. In het Sanskriet staan deze acht symbolen bekend als Ashtamangala: ashta betekent ‘acht’ en mangala betekent ‘gelukbrengend’. Ze brengen spiritueel geluk, voorspoed, gezondheid en harmonie. Meestal worden ze op de weg geschilderd waarover een hoge lama aankomst, als ontvangst. 

Lees verder “Tibetaanse gelukssymbolen”